Door meneer Van Diggelen Op de site Waarneming.nl stuit ik op de volgende bijzondere waarneming. Er wordt een Witoogeend gemeld op de locatie ‘Blindeninstituut Grave’. Bij het lezen hiervan gaan m’n gedachten met me op de loop. Ik zie een eend dobberen met een opaque, ‘blind’ oog op een plas voor het instituut. Het witte oog van de eend verbindt zich in mijn geest met het wit van het oog van een blinde. Als nieuwsgierig kind meende ik dit te zien vanaf de zijkant spiedend achter de donkere bril die de ‘blinde man’ uit mijn jeugd altijd droeg. Een mysterieus melkachtig wit dat ik me waarschijnlijk meer herinner van foto’s of TV later in mijn leven, dan van de blik achter die beschermende bril. Alleen al het afgelopen jaar werd de Witoogeend honderden malen gemeld op de locatie Blindeninstituut Grave. De Witoogeend is een vrij onopvallende bruin-zwarte eendensoort die voorkomt in ‘kleine, vegetatie- en voedselrijke vijvers’ meldt mijn vogelgids. Op het plaatje valt het lichte oog op in de chocoladebruine kop. De tekst vermeldt, zo kort dat ik er in eerste instantie overheen lees: ‘iris wit’. En dat is precies wat het geval is, het witte oog is absoluut niet ‘blind’ want er zit een zwarte pupil in de witte iris. Het is dus meer mijn beeldende fantasie die me meeneemt dan wat ook aan exacte waarneming. De Witoogeend is een superzeldzame broedvogel in ons land met 1-3 broedgevallen per jaar. Ook een niet broedend exemplaar is zeldzaam, jaarlijks worden er maar enkele tientallen in heel het land gezien. Ik denk nog wat na over andere mogelijke zeldzame waarnemingen op bijzondere plaatsen zoals een Soldaatje (orchidee) op het terrein van de Generaal-Majoor de Ruyter van Steveninck kazerne te Oirschot. Of een Monniksgier die landt op de Abdij van Berne in Heeswijk. Wat te denken van een Renvogel op renbaan Duindigt bij Wassenaar? Of een Kwartel bij een doveninstituut. Of van een Nijlgans op de Maas, een Kerkuil op een Moskee, een Strontvlieg op een appeltaart, een Grote burgemeester (vogel) in een klein dorp of een Laatvlieger (vleermuis) in de ochtendschemering? Nog gekker: een Atlasvink op een GPS-apparaat, een Fluiter op een voetbalveld, een Lammergier in een shoarmatent, een Boomklever op een stickervel , een Ringmus in een juwelierszaak of een Relmuis in een ME-busje. Met erg veel geluk kun je ook dieren of planten samen aantreffen. Een Zwaardvis die opzwemt met een Degenkrab. Een Dwergmuis onder de Reuzenbalsemien. Een Schaamluis op een Haarmuts (mos). Een Kleermot op een Grote mantelmeeuw, een Zadelrob op een Zeepaardje, een Appeltak (nachtvlinder) in een Perenboom, een Hoofdluis op een Kaalkopje (paddenstoel) etc. etc. etc. Ik word gek: met alleen al in Nederland meer dan 30.000 soorten is er geen einde aan de woord-soort-associaties.... Tijdens het schrijven van dit stukje realiseer ik me pas dat ik recent het blindeninstituut te Grave heb bezocht met een vriendin die daar werkt. Pas nu vallen me de schellen van de ogen. Haar werkgever Visio is het in Grave en omgeving bekende blindeninstituut! Vreemd dat mijn associatief vermogen me toen zo in de steek liet, anders had ik misschien de Witoogeend als nieuwe soort kunnen scoren. Een week daarvoor was hij er nog gezien volgens Waarneming.nl. Duidelijk een gemiste kans. Wie is hier nu blind? Door Laura den Boon Naam: Hanna van Vliet Geboren: 6 juni 1992 Op school: 2004-2010 Beroep: actrice Woonplaats: Amsterdam “Ik heb wel eens een briefje van mevrouw Dolman en mevrouw Dijkstra in m’n kleedkamer gevonden. Dat was super lief!” Wanneer de vraag “Wat wil je later worden?“ aan jonge kinderen wordt gesteld, weten velen niet hoe snel ze moeten antwoorden. Vaak willen ze dokter, brandweerman, juf of topsporter worden. Ook mama (of papa) wordt vaak genoemd. Na een aantal jaar is van deze vastberadenheid echter weinig meer over. Wanneer leerlingen in de derde klas hun pakket moeten kiezen, leidt dit vaak al tot keuzestress en veel zesdeklassers weten pas kort voor 1 mei (de uiterlijke inschrijfdatum voor opleidingen zonder numerus fixus) welke studie ze gaan doen. En soms zelfs dan nog niet. Ook alumni van onze school hebben met deze keuzes te maken gehad. Maar wat doen de oud-leerlingen nu? Hoe ziet hun leven eruit en wat voor een rol heeft het Camphusianum hierin gespeeld? In dit eerste deel van een reeks interviews met oud-leerlingen bel ik met Hanna van Vliet, actrice. Toen Hanna zes jaar was, begon ze met toneelspelen bij het jeugdtheaterhuis in Gorinchem, waar ze tot haar achttiende zou spelen. Hierna studeerde ze aan de Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie. Ze wist al vroeg dat ze actrice wilde worden en was hier gedurende haar middelbare schooltijd (2004 tot 2010) veel mee bezig. Toch was dit prima te combineren met school en was ze actief bij de leerlingenraad en de SPartacus. Toen ze aan het eind van de derde een pakket moest kiezen, koos ze voor NG met wiskunde a en natuurkunde. In de vijfde besloot ze echter natuurkunde te verruilen voor aardrijkskunde. Ondertussen had ze ook moeite met scheikunde. Toch is ze blij dat ze dit pakket had gekozen, hoewel ze het ook wel jammer vindt vakken als filosofie en geschiedenis niet meer in de bovenbouw te hebben gevolgd. “Ik was niet heel stil op school, ik was wel bijdehand. Ik denk dat ik wel altijd precies op het goede moment wist wanneer ik moest stoppen, zodat de leraren me nog net charmant vonden. Maar misschien overschat ik mezelf dan totaal en was ik eigenlijk heel irritant.” In 2010 werd ze toegelaten tot de toneelschool in Amsterdam. “Ik was heel blij toen ik dat hoorde. Als ik niet was toegelaten zou ik waarschijnlijk een tussenjaar hebben genomen om het volgende jaar het nog een keer te proberen.” Vier jaar later studeerde ze af en in 2014 speelde ze de hoofdrol in de musical Pippi Langkous, die ook in Gorinchem in de Nieuwe Doelen werd uitgevoerd. “Ik denk dat dat de leukste rol is die ik tot nu toe heb gespeeld.” Later had ze ook rollen in onder andere de stukken Momo en De Tweeling, voor welke ze in 2016 werd genomineerd voor een Musical Award voor beste vrouwelijke hoofdrol in een grote musical. Bovendien gaat over een paar weken de musical Fiddler on the Roof in première. Daarnaast speelt ze niet alleen in theaterstukken/musicals, maar ook in films: Zomerstorm; Ron Goossens, Low Budget Stuntman en Broers. Binnenkort komt ook de film Oh baby uit, waarin ze een van de hoofdrollen speelt. “Die film zal ook wel in Gorinchem in de bioscoop draaien.” Op de vraag of er een rol is die ze in de toekomst nog heel graag een keer wil spelen, heeft ze geen eenduidig antwoord. “Moeilijke vraag; er zijn zo veel rollen die ik nog wel eens zou willen spelen.” Naast haar rollen in films en theater, speelt Hanna ook rollen in tv-series. Bovendien is ze te zien in de Gamma-reclame. Lachend over het Gamma-spotje: “Ik hoop niet dat dat mijn visitekaartje wordt.” Hoewel iedereen van de middelbare school natuurlijk geheel zijn eigen weg is gegaan, ziet ze sommige klasgenoten nog af en toe. “Vooral de mensen die ook in Amsterdam wonen. Als ik een oud-klasgenoot tegenkom, doen we nog wel eens een biertje.” Daarnaast heeft ze ook nog wel eens indirect contact gehad met leraren. “Op een gegeven moment vond ik in de kleedkamer van De Tweeling een briefje van mevrouw Dolman en mevrouw Dijkstra dat ze de voorstelling zo leuk hadden gevonden. Dat was wel heel lief. Ook mevrouw Willemse heeft trouwens wel eens een briefje achtergelaten.” Als ze terugdenkt aan haar middelbare schooltijd, heeft ze hier eigenlijk alleen maar positieve gevoelens bij. “Ik heb een heel leuke tijd gehad toen ik op het Camphusianum zat. De school heeft iets persoonlijks en was altijd leuk en fijn en het had voor mij meerwaarde Latijn en Grieks te volgen. Ik heb nu toch meer achtergrond over de Griekse drama’s. Een van de leukste ervaringen vond ik denk ik de uitwisseling, ik ben toen naar Sicilië gegaan. Hebben jullie nog steeds een uitwisseling met die Italiaanse school?” Als ik vraag of ze nog een levensmotto/-wijsheid heeft, moet ze lachen. “Dat ik nu al in de positie ben antwoord te geven op die vraag. Maar ga vooral doen wat je leuk vindt. Mijn ouders zijn allebei dokter, maar hebben mij gelukkig niet ‘gedwongen’ geneeskunde te gaan studeren. Er waren natuurlijk wel mensen die dachten “Je hebt gymnasium gedaan, waarom zou je actrice willen worden?” Maar gelukkig zijn de meesten altijd wel positief geweest. Ik hoop nog lange tijd actrice te blijven.” Door Methodios Sfirtsis
Sanne Brouwer, leerling van onze school, deed afgelopen jaar mee aan de ALS City Swim. Zij haalde maar liefst 6000 euro op. Wat haalde haar over om 2km te gaan zwemmen? En waarvoor heeft ze het gedaan? De ALS City Swim had dit jaar een afstand van 2017 meter (volgend jaar 2018 meter enzovoort). Deze tocht gaat door de koude grachten van Amsterdam. “Ik heb er lang voor getraind, want 2 kilometer zwemmen doe je niet zomaar” zegt ze, “Ik deed het speciaal voor mijn moeder die al sinds 2011 gediagnostiseerd is met ALS”. Tegen de ziekte is er geen enkel medicijn op de markt maar Sanne wilde wel wat doen voor haar moeder. “De City Swim kwam dus ooit naar voren, maar ik had het idee dat het niet echt iets voor mij was; dat zwemmen door de grachten”. Toch veranderde ze van gedachten toen ze 18 werd en de geschikte leeftijd had om mee te kunnen doen. “Toen voelde het goed om mee te doen en ben ik de uitdaging aangegaan.” De grote vraag blijft natuurlijk hoe het mogelijk is om 6000 euro op te halen? “Na mijn inschrijving heb ik social media ingeschakeld en familie en vrienden, het geld stroomde letterlijk binnen.” Ook bij collecte bij een bruiloftsdienst, een actie van een sportvereniging en een donatie van klas 6 (2016/2017). “Al deze dingen hebben ertoe bijgedragen dat ik 6000 euro heb kunnen ophalen. En dat bewijst de kracht van social media. Dat mijn bericht zo vaak is gedeeld en gezien zorgde ervoor dat mensen veel hebben gedoneerd.” Al was het elke keer maar 5, 10 of 20 euro, elke euro telt volgens Sanne. Volgend jaar zal Sanne zeker opnieuw meedoen met de ALS City Swim. “Want het was een hele mooie maar ook emotionele dag.” |
Archieven
Juni 2018
Categorieën |